Naar de bron van de Gele Rivier – Laatste stuk

Het is een lelijke plek. Een school die niet meer in gebruik is. Een paar lage gebouwen. Afval en modder. Een onvoltooide brug – onze auto moest aan de andere kant blijven. Aan de rand van dit vervallen nederzettinkje dat bord: zeven kilometer naar de bron van de Gele Rivier.

Ik wacht al vier uur. Marco and Eric zijn achterop de twee beschikbare motorfietsen vertrokken. De chauffeurs zeiden dat het 45 minuten was. Ze zouden terugkomen om me op te halen.

Ik wacht op de brug. Ik wacht op de binnenplaats. Ik wacht in de auto. Het regent en ik wacht in de verwarmde woonkeuken.

Vijf uur. Er zijn mensen die kalm kunnen wachten. Ze slapen wat, concentreren zich op iets anders, lezen een boek. Daar hoor ik niet bij. Ik wacht en kan niets.

Zeven uur. Bijna donker. Ze doemen op, uitgeput, koud, nat. Verhaal van een wat helse tocht, modder tot je enkels, water tot je knieën.

Ze hebben de bron gehaald. In het alpinisme: expeditie geslaagd als een van de leden de top bereikt. De organisator van de expeditie hoeft er zelf niet te raken. Of toch? Iedereen kent Hillary en Tenzing Norgay. Wie herinnert zich James Hunt?

Ze bieden aan op me te wachten als ik morgen met een van de chauffeurs naar het begin van de Gele Rivier ga. Ik dub. Maar mijn hart ligt veel meer bij de bron van de Mekong, ons volgende doel. Ik ben bang dat een extra bestede dag hier ons bij die poging in tijdnood zal brengen. Ik besluit verder te gaan.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *