De bronnen van de Mekong bereikt

Op 12 juli 2013 bereikte ik, samen met Zwitser Luciano Lepre, de bron van de Mekong aan de voet van de gletsjer van Mount Jifu, in het leegste deel van China’s provincie Qinghai.

Een dag later bezochten we ook de bron op Mount Guosongmucha. Sommigen vinden nog steeds dat dat de werkelijke bron van de Mekong is omdat de riviertak die hier ontspringt meer water afvoert dan de rivier die ontspringt op Jifu, hoewel inmiddels is aangetoond dat de Jifu bron hoger ligt en zijn rivier langer is.

Het is verleidelijk te denken dat wij de eersten zijn die beide bronnen hebben bereikt. Expedities die sinds het midden van de jaren 1990 op pad gingen om te bepalen wat nu de echte bron van de Mekong is concentreerden zich merkwaardig genoeg op òf Guosongmucha òf Jifu en namen niet de moeite ook nog naar de andere bron te gaan.

Een jaar geleden kwam ik al heel dichtbij de Jifu bron, zoals je in eerdere blogberichten kunt zien. Een dun stroompje Mekong water zocht zijn weg tussen stenen, keien, de eerste sneeuw. Ik telde mijn bronpoging half. Maar twijfel knaagde: mijn gps-track geprojecteerd op Google Earth liet achteraf zien dat ik nog 140 meter verwijderd was geweest van een sneeuwveld dat eruit zag als het begin van de rivier. Deze keer bleek me dat de voet van de Jifu gletsjer in werkelijkheid zelfs nog een kilometer verder lag, en 250 meter hoger.

Ik ben blij – maak er maar van heel blij – nu geen twijfels meer te hebben de bronnen van de Mekong bereikt te hebben.

Bron van de Mekong, Mount Jifu gletsjer, mijn GPS gaf aan NB 33.45.671, OL 94.40.562,  hoogte 5.374 meter.

Toevoeging Later wist ik te bepalen dat deze hoogste gletsjer, waar de Mekong ontspringt, niet op Mount Jifu ligt, maar op de berg die er aan de westkant naast ligt. De genoemde GPS locatie is correct.

Laos, een langzaam land dat vaart maakt, II

‘r Gebeurde weinig in het eerste blogje met deze titel.

Dit is ook realiteit.

Yaba jongens high van de speed rijden high speed op hun brommers door Luang Phabang.

De Hmong zijn de dealers – zegt een jonge jurist. Ik weet niet of dat alleen maar de ervaring is van de advocatenpraktijk waar hij werkt. Of dat het gestaafd kan worden met harde cijfers. Of dat het de Laotiaanse geruchtenmachine weer is. Of de gewoonte de Hmong de schuld te geven als er iets verkeerd gaat in het land. Ze vormen een van de grootste minderheden in het land. Ze vochten aan de Amerikaanse kant in de Vietnam oorlog, die een geheime vertakking had in Laos. Amerika trok zich terug, de communistische Pathet Lao kwam aan de macht, met de betrekkingen met de Hmong is het nooit goed gekomen.

Het yaba gebruik leidt tot stijgende criminaliteit. Brommers worden gestolen. In huizen wordt ingeslopen. De mensen hebben een hek om hun erf gezet om hun nieuwe bezittingen te beschermen, verworven dankzij de economische vooruitgang. Cctv camera’s houden nu delen van Vientiane en Luang Phabang in het oog.

Een herinnering aan een bezoek aan Laos twintig jaar geleden komt naar boven. Ik was reisleider voor een Nederlandse reisorganisatie. Onze Laotiaanse gids vertelde ons dat er in Laos geen criminaliteit was. En geen prostitutie.

’s Avonds werd ik uitgenodigd wat te drinken met de Thaise touroperator die door het Nederlandse bedrijf was ingehuurd voor de organisatie van de reis, en die in Vientiane was.

Op de tafel stond een fles Black Label. Op de sofa’s zaten een paar meisjes. ‘For talking and entertainment’, gebaarde hij. Ik vroeg me af wat hij met het entertainment bedoelde, gezien de opmerking van de gids. ‘True. Laos cannot fuck. I try many times’, bevestigde hij.

Dat zou lang voor de stijging van de criminaliteit al veranderen. Drie jaar later verdienden een Laotiaanse vriend en zijn collega receptionisten in een hotel in Vientiane goed geld door buitenlandse zakenlui toe te staan prostituees mee te nemen naar hun kamer.

Laos, a slow country speeding up, II

The first post with this title was uneventful.

Here is another reality.

Yaba kids high on speed ride their motorbikes high speed through Luang Phabang these days.

It is the Hmong who do the trading – says a young lawyer. Don’t know if that is just his experience at the office where he is working. Or if it can be backed up by hard statistics. Or if it is Laotian hearsay again. Or if it is part of the trend to blame the Hmong whenever something goes wrong in the country. They are one of Laos’ largest minorities. They fought on the American side in the Vietnam war, which secretly extended into Laos. The Americans withdrew, the communist Pathet Lao took power and relations with the Hmong have never really healed.

Related to the yaba use is the rise in crime. Stories of stolen motorbikes abound. Stories of theft from houses too. People – all people – have put fences around their property to protect the new possessions that economic progress has made available to them. Cctv camera’s now cover parts of Vientiane and Luang Phabang.

Springs to mind a visit to Laos twenty years ago. I was a tour leader for a Dutch company. Our Laotian guide told us in Laos there was no crime. And no prostitution.

That night I was invited for a drink by the Thai tour operator from Bangkok who had been hired by the Dutch to arrange the tour, and who was in Vientiane.

On the table was a bottle of Black Label. On the couches were a couple of girls. ‘For talking and entertainment’, he motioned. I wondered about the entertainment, given the remark of the guide. ‘True. Laos cannot fuck. I try many times’, he confirmed.

This was to change long before crime got on the rise. Only three years later a Laotian friend and his fellow receptionists in a Vientiane hotel made good money allowing foreign business men to take prostitutes to their rooms.

The coolheaded practical girl with the roast meat stall and the machete-sized knife at the corner of the square in front of the train station in the Vietnamese border town of Lao Cai

Just when I walked out of my hotel a brawl erupted fifty meters on near a meat stall. Blows and shouts and a plastic chair flying and then a guy getting away, limping but powered by adrenaline fast enough to stay ahead of the guys chasing him. For a bit, then they caught him after all, and the whole bunch turned around. At which point the girl calmly said ‘oh’ and hid the knife in the small built-in cupboard of her two-wheeled food stall and locked it.

Het praktische onverstoorbare meisje met het shoarmakarretje en het machete-achtige mes op de hoek van het plein voor het station van de Vietnamese grensplaats Lao Cai.

Net toen ik mijn hotel uit liep ontspoorde er vijftig meter verder bij een vleesstalletje een ruzie. Klappen, geschreeuw, een plastic stoel die door de lucht vloog en een knul die zich uit de voeten maakte, mank maar met genoeg adrenaline in zijn lijf om de jongens die hem achterna gingen voor te blijven. Voor even, toen werd hij toch ingehaald en kwamen ze met zijn allen terug. Waarop het meisje rustig ‘oh’ zei en het mes opborg in het kleine ingebouwde kastje van haar vleeskarretje en het op slot deed.

Credit to the people of the consulate of Vietnam in Luang Phabang

While at the subject of people issuing visa’s: credit to those at the consulate of Vietnam in Luang Phabang who hand out a self-produced map detailing road connections between Laos and Vietnam, distances and border crossings open to foreigners.

Helpful, as as always I was of course traveling without a children’s book of Lonely Planet.

Dank aan het Vietnamese consulaat in Luang Phabang

Nu het over mensen gaat die visa verstrekken: dank aan het personeel van het Vietnamese consulaat in Luang Phabang dat kopietjes uitdeelt van een zelfgemaakte kaart met de wegen die Laos en Vietnam verbinden, afstanden en grensovergangen die open zijn voor buitenlanders.Handig, want ik reisde natuurlijk als altijd zonder kinderboek van Lonely Planet.

Handig, want ik reisde natuurlijk als altijd zonder kinderboek van Lonely Planet.

Passport stamp

Gone are the days of full-page visa stamps in passports – in East Asia anyway. Visa now come in the shape of stickers. Nice a visa extension in Laos still comes as a stamp. Nostalgia…

It was worth the extra visit to the Immigration Offices. ‘My boss has a meeting outside’, said the lady at the counter of the official in charge when I came to pick up my passport at the appointed time. ‘Can you come back later?’